Mw. Franssen.
Ik kijk er naar uit, iedere dag weer.
Mw. Franssen. Ze is 94 jaar. En telkens weer maakt ze mijn dag zonniger.
Ik klop aan.. roep mw. Franssen, bent u wakker?
jaaaa-aaa hoor ik..
Ik loop naar het raam, doe de dikke rode gordijnen op,
Mw Fransen ligt met een lichte blos in bed.
Ik voel even: hebt u het warm ??
nou ja…… zegt mw. Fransen..
Hebt u lekker geslapen? of was u weer bij de dominee vannacht in huis?
ja, ja ik was bij dominee
ik vraag: wat doet u daar toch iedere nacht ?
tjaaa…… mw. Franssen lacht, nou ja… gewoon…
Ik zeg: dat moeten wel boeiende gesprekken zijn
mw.: nou ja ja dat denk ik ook
mw. Fransen kijkt me stralend aan.
Ineens zegt ze:
heeft de zon wat lang geschenen wat doet dan een buuui- tje goed
en ik val haar bij:
en hoe blij wordt na de regen
het vriendelijk zònlicht weer begroet
zo is’t heeeele leven
vreugd en leed
het wisselt af
was het altijd zonneschijn
het zou voor ons geen vreugd meer zijn
onze intonaties gaan gelijk op
als een goed samenspelend orkest
we houden beiden de adem in
en mw Franssen zegt:
ik heb gezegd.
Ja zeg ik
zo is dat
en we lachen
iedere dag ontroert ze me
we hebben een aantal varianten
en ik weet nooit welke variant we vandaag krijgen
maar op de eenmaal ingeslagen weg, volgen onze zinnen elkaar op in een vast patroon
we weten het van elkaar
we kennen elkaar
en genieten
het verveelt me nooit.
mw Franssen heeft een uitstraling waar je gewoon blij van wordt
Een andere keer galmen we samen “spiegelbeeld vertel eens even”
en als we zingen de slotzin
”terug naar de klas” zeggen we altijd als 2 opstandige pubers:
nou dat doen we niet hoor
en dan gniffelen we erom.
Soms zie ik angst in haar ogen,
om het niet meer weten
even bewust hoe eng het dan is
als je niet meer weet
je moet overgeven
verlaten op een ander
zoals toen de passieve tillift nodig werd
mw Franssen vond het maar niks
werd soms zelfs even knorrig
maar al pratend iedere dag weer gingen we er doorheen:
“u kan niet meer staan en lopen”
mw haar verwonderde : Ohh???? kan ik niet meer lopen”
ik: “nee,
en wij kunnen u niet meer tillen,
kom, dan blijf ik u vasthouden,
kijk maar naar mij”
en daar gingen we
en heel langzamerhand
wordt nu ook de passieve tillift
onderdeel van ons patroon
de zinnetjes, die erbij horen
ze worden weer vertrouwd
en de blik van mw Franssen haar ogen
is niet meer zo angstig
Inmiddels leeft mw Franssen niet meer
Maar ik denk nog vaak aan haar
En dan hoor ik ons weer praten
Vaste gewoontes… even wat anders
Bijna 95 is ze
altijd om 6:45 voor het raam
vaste prik
Soms zegt ze:
ik ben zo wurrig
ik zeg: dan gaat u toch nog lekker even naar bed
Mw: nee je.. toe…
ik ben altijd om 6:45 op
ik: ja dat is zo.
onmogelijk
zomaar iets anders…
onmogelijk
zo gaat het
en niet anders..
mw is een harde werkster geweest
altijd op dezelfde tijd op
altijd naar de kerk,
altijd de koffie bruin als de kinderen komen
altijd de Zweedse rol in haar haar
die ik nooit zo goed kan doen als haar dochter
ik beaam het:
het spijt me..
ik ben gewoon niet handig met haar,
maar ik doe mijn best
jaja zegt mw.
maar als straks mijn dochter komt,
dan doet die het over
want die ziet het wel als het niet goed is,
ja zeg ik
ik weet het..
ook de zinnen zijn vaste gewoontes..
maar toch op een dag…
een zondagavond
ik ben op koffieronde
ik bel bij mw aan,
loop zachtjes naar binnen,
want zondagsavonds kijkt en luistert mw naar de kerkdienst
Ik zeg dan niks, maar zet stil de koffie bij mw neer om niet te storen.
Ik zit inmiddels ook in mijn vaste gewoontes
en mij valt niet eens op
dat ik vanavond andere geluiden dan anders hoor,
totdat mw stottert..
tja uh ja
ik dacht zo,
ik heb vanmorgen de dienst al op de radio gehoord
en ik dacht zo
nou ja
ik kan ook wel eens niet de dienst kijken
Verrast kijk ik op
mw zit een dramaserie over vissers op t.v. te kijken
Oh ze heeft zich zelf bevrijd.. ze mag iets wat nooit mocht
ik antwoord voorzichtig: ja, dat denk ik ook, u kan ook wel eens niet naar de kerkdienst kijken.
Is deze serie mooi?
En mw ineens zo enthousiast..: ja geweldig…
de rillingen lopen me over de rug, zo mooi vind ik dit, dat ze van zichzelf even wat anders mag
doen dan haar strakke gewoontes
en ik zeg: een hele fijne avond mw
Ja zegt mw en straalt..
kippenvel
Naar Mem
Ze is al weer een paar jaar geleden overleden
mw Kaspers
Ze zag bijna niet mee
liep niet meer,
kon bijna niks meer
een heel klein oud vrouwtje
Ze riep vaak om haar moeder
sommige mensen vonden dat het niet langer kon,
ze moest maar weg..
we zijn een net verzorgingshuis
tja waar ligt de grens?
voor de mede-bewoners ???
voor ons ????
hoe zou ik het vinden
als ik later oud ben,
en ik woon in een verzorgingshuis
waar andere bewoners roepen
of klanken maken
ik hoop dat ik dan nog steeds zeg:
van mij mag ze blijven hoor.
Ik hoop het.
Maar misschien besef ik dat niet meer..?
mw Kaspers woonde niet op mijn afdeling,
maar ’s middags en ’s nachts kwam ik wel bij haar.
’s nachts was het mooiste moment..
ze lag dan op haar zij
en ik kwam om haar een schoon incontinentie broekje aan te doen
of op de goede dagen,
nog even op de po te zetten.
Ik draaide altijd eerst het bed omhoog
Op een avond hoorde ik mw al ver voordat ik er was roepen:
ik wil naar de Heere
ik wil naar de Heere
ik wil naar mijn mem
Ik kwam binnen en zei
mw Kaspers
ik ben er
hallo
en wreef even over haar arm
wou u even naar de wc?
Mw Kaspers:
nee ik wil naar de Heere
laat me nou naar mijn Mem gaan.
Ik: mw Kaspers: ik ga daar niet over…
jammer hè..
ja zegt mw Kaspers
kan u niks doen zuster.
ik: nee,
ik kan alleen het bed wat omhoog draaien,
dan bent u tenminste al wat hoger,
Zullen we dan even kijken of ze al op u wachten?
ja zegt mw Kaspers
en ik draaide het bed zo hoog mogelijk
Ik zeg: mw Kaspers,
ziet u al iemand
Nee zegt mw Kaspers
ik: dan is het denk ik nog niet uw tijd
nee, zegt mw Kaspers
ik: maar we hebben het wel even geprobeerd.
Komt u weer naar beneden?
JA ! zegt mw Kaspers
en nou moet ik plassen
Ze wrijft haar gezicht langs mijn arm
Ik zeg: ik ben blij dat u nog even bij ons bent,
Ja zegt mw Kaspers
maar straks ga ik naar mijn Mem
ik: ja straks gaat u naar uw Mem
en dan zwaai ik u uit.
Ja, zegt mw Kaspers
en met een grote lach op haar mond,
ging ze weer slapen.
Dit jaar is ze 87 geworden
Mevrouw is al weer tijdje weduwe, toch vertelt ze regelmatig over haar man. Ze hebben het niet
makkelijk gehad. Nu ze hier bij ons kwam wonen, leek het een poosje goed te gaan met mevrouw.
Regelmatig loop ik even binnen. Ook al heeft ze niet zoveel zorg nodig.
We lachen samen om The bold en the beautiful.
“Wat een onzin hè.”
“Ja.”
Of ik bewonder haar breiwerk en zeg: “Volgens mij loopt half Roemenië in een breisel van u!”
Maar de laatste weken -
het gaat niet meer zo.
“Mijn zoon was er gister,” vertelt ze.
“Wat leuk,” zeg ik.
“Ach,” zegt zij, “zijn Parkinson wordt steeds erger. Ik kon het niet meer aanzien.
En mijn handen willen ook niet meer.
Reuma hè. En altijd die pijn van de artrose.
Het hoeft van mij niet meer. Ik kan niks meer.”
Ze tilt daarbij haar armen een paar centimeter op.
“Meer kan ik niet, ik ben er wel klaar voor.”
Ik weet even niet wat ik kan zeggen,
ik ga op het krukje bij haar zitten en strijk over haar arm.
We zijn even stil.
“De bloemen van vorige week staan er nog,” zeg ik.
“Ja,” zegt ze, “mooi hè.”
“Ja prachtig.”
Ineens vertelt ze:
“Ik heb de buurvrouw geholpen met haar breiwerk.
Ze had een steek laten vallen en ze kan het zelf niet meer herstellen.
Ze riep me.
Ik heb de steek weer opgehaald en er maar even een stuk overheen gebreid.
Mooi hè, zo’n mens van over de honderd, dat die nog breit!”
Ik zeg: “Ja, en wat fijn dat ze zo’n buurvrouw heeft!”
“Ja”, zegt ze: “ik kan het nog doen hè, en daar ben je toch voor met elkaar.”
Ik zeg blij: “Ja!”
Mevrouw ziet er nu anders uit.
Ik zeg: “Ik moet weer verder,
maar voor ik naar huis ga, kom ik nog even gedag zeggen.”
“Ja best!” zegt mevrouw,
“maar misschien loop ik ook nog een rondje om met de andere buurvrouw.”
Ik zeg: “Doen, dan zie ik het wel en zien we elkaar in ieder geval morgen weer.”
Ze zwaait hartelijk als ik nog even omkijk.
De artrose hindert haar ineens minder.
Wat een levenskracht.
Wat is kwaliteit van leven.. die vraag hoor ik steeds vaker.. en ik heb geen echt antwoord.
Is dat als ik iedere dag werk?
Als ik nog kan lopen, nog kan zingen
nog kan communiceren?
of ook:
Als ik mag zwijgen, als ik naar binnen mag gaan.
Als ik mag waarnemen zonder betekenis te hoeven geven..
Ik kom regelmatig bij een meneer…
voor hem is het leven een steeds groter wordend vraagstuk.
Alles wat bekend was, is meer en meer gewist en meneer laat me nu eigenlijk het wonder zien in
alles.
Vanmiddag zitten we samen in de kamer. Ik heb thee gezet en 2 kopjes gevuld. Bij meneer heb ik
een lepeltje bij zijn kopje gelegd om zijn suiker te roeren.
Hij kijkt naar het lepeltje
en probeert: “ uh die? “
Ik kijk naar zijn vragende ogen
en probeer te bedenken: wat probeert hij mij te vragen ?
Ik voel me gehinderd door alles wat ik weet, wat vanzelfsprekend is, wat zo gewoon is….
Maar deze meneer kijkt totaal nieuw tegen alles aan:
Hij ziet dat ding…
“lepeltje”, zeg ik. Hij zegt mij na: “lepeltje?? lepeltje???”
Ik zie hem proeven het woord…
Er is geen herkenning..
“gek “…
Ja hij heeft gelijk, wat een gek woord “lepeltje, lepeltje….” ik proef het nu ook “lepeltje”
“Kan u mee roeren”, zeg ik.
Ik hoor dat mijn stem steeds luider wordt uit onvermogen om in te stappen in de wereld zonder de
betekenis van woorden.
Ik doe het voor: “zo roeren”
En ik pak een ander lepeltje en roer in mijn thee.
“roeren? “zegt meneer en kijkt met grote ogen: “roeren?”
“Ja zo”, zeg ik.
En ik doe het weer voor.
De ogen blijven me vragen.
En ik zeg: “u hebt suiker in de thee en dan is het lekkerder als u even roert.”
Jee wat een hoop woorden.. Ik voel me gevangen in mijn woorden.
Ik doe dan ook maar suiker in mijn thee, zichtbaar voor meneer.
En ik roer…. “suiker door de thee roeren” zeg ik,
Dan licht iets op in de ogen van meneer.
Hij kijkt me blij aan en gaat hard roeren.
Hèhè ik leun achterover, dat was dat.
Ja we begrijpen elkaar
Dan kijkt meneer weer vragend naar mij….
ik vertaal het met: wat nu?
Ik neem een slok van de thee en verberg een grimas bij proeven van de zoete thee
Ik kijk meneer aan en zeg: “thee drinken”
Meneer kijkt naar mijn kopje en naar mijn mond,
en dan naar zijn kopje..
Weer naar mijn kopje
Dan naar zijn kopje..
Ik volg de ogen..
Iets is niet duidelijk..
En dan ineens snap ik het:
Voor mij normaal: kopje aan het oor pakken, optillen, naar mijn mond brengen en een slokje naar
binnen zuigen.
Maar dit is een gigantische klus als niets meer gewoon is.
We beginnen overnieuw: hand naar kopje..
Telkens kijkt meneer naar mij.
Is dit het? vragen zijn ogen…
Ik zie zijn hand schokkerig gaan..
Hij kijkt weer: wat moet hij nou met die hand…
Zo werken we een tijdlang samen door totdat het ons lukt:
We drinken samen een kopje thee…
Slokje voor slokje.
Als het kopje leeg is, gaat meneer achterover zitten, heel tevreden, met zijn ogen dicht.
Ik laat me ook tevreden achterover zakken… De beelden gaan nog eens voorbij… de vragende ogen
van meneer, en ik voel weer mijn eigen zoekend kijken….wat is hier de vraag?
Het voelt als een heel nieuwe wereld, ongerept.
Mevrouw komt thuis: en hoe was het, hadden jullie het gezellig, wat hebben jullie gedaan..?
Met een hoop blije woorden komt ze de kamer binnen.
Ik zeg: ja het was fijn, we hebben thee gedronken.
Mevrouw kijkt me nu vragend aan, “en verder nog iets ?”
Ik zeg: “nee, verder niet”
en nog een keer: “het was fijn… we hadden een zin-volle middag.”
Nu voel ik me zonder woorden…. maar zo gevuld.
Contactgegevens:
Menzibel
Kleasterlân 12
8711 EH Workum
Boer Jan
Jan van 90 jaren oud.. weduwnaar
De eerste keer dat ik bij hem kwam
In zijn seniorenwoning en ik keurig aanbelde
Ging de deur op een kier,
Een sloffende wat smoezelige man riep: “wat mot je?”
Ik zei: “ik had gehoord dat u graag eens naar uw schapen gaat
en ik.. “
De deur ging wagenwijd open
Ja naar de schapen !
“gaat u met mij naar de schapen?”
En Jan had zijn jas al aan, pet op
Klompen met een gat erin, aan
Kom zei hij… waar is je auto?
En ik hobbelde achter de oude man aan..
De schapen..
15 km verderop
Jan’s schapen…
Hij moet erheen
Liefst iedere dag
Controleren..
Ja daar zijn ze..
Nee we hoeven niet uit te stappen..
Ik zie de boer die hij altijd is geweest: het vee controleren..
en weer verder
Als Jan over de boerderij vertelt..
Dan is het goed..
Dan IS Jan nog de boer..
Maar de rest van de dagelijkse dingen,
kan Jan niet meer volgen..
Of hij gegeten heeft, weet hij niet meer
En regelmatig vind ik later een bord met eten achter een stapel theedoeken
Of ik vind brandgaten van zijn sigaartjes in zijn bed.
Hij wil niet naar een verzorgingshuis, nooit een keer !
Hij wil in zijn seniorenwoninkje blijven
En iedere dag met iemand naar de schapen
De boer in hart en nieren
Maar het gaat eigenlijk niet meer..
Al onze redenaties dat het zo niet langer kan… verwerpt hij
Dan komt de dag dat ondanks zoveel zorg om hem heen
het zo verschrikkelijk fout gaat
dat hij wel naar een woonvorm met permanente zorg moet…
Het doet me pijn voor hem
Toch wonderwel als Jan eenmaal in het verpleeghuis is,
Is zijn weerstand weg en gaat het “goed”
Maar boer Jan
Die is er niet meer.
KVK nr. 58007431
AGB-Code: 98102069